Anatomie van spinnen
De meest zichtbare onderdelen van het lichaam van een spin zijn: het kopborststuk, het achterlijf en de poten. Als je een beetje beter kijkt zie je ook nog de chelicera, de palpen, en de ogen
Om meer te leren over de anatomie van spinnen, klik op de verschillende onderdelen van deze spin:
Klik op de spin!
Kopborststuk
Het lichaam van spinnen is verdeeld in twee delen. Het voorste deel is het kopborststuk. Dit wordt ook wel de cephalothorax genoemd. Het andere deel is het achterlijf.
Spinnen zijn verschillend van insecten. Het insectenlichaam is verdeeld in drie delen: kop, borststuk (thorax) en achterlijf (abdomen). Als we spinnen met insecten vergelijken dan is de cephalothorax een combinatie van de kop en het borststuk.
Het kopborststuk van spinnen heeft aan de voorkant een paar chelicera en een paar palpen. Verder draagt het kopborstuk ook de 4 paar poten (totaal 8 poten), en aan de bovenkant bevinden zich een aantal kleine ogen.
Spinnen hebben geen antennes en ook geen vleugels.
Achterlijf
Het achterste deel van het lichaam van een spin is het achterlijf. Dit wordt ook wel het abdomen genoemd. Aan het uiteinde van het achterlijf hebben spinnen een aantal spintepels. Die zijn heel klein en op deze tekening kun je ze niet zien. Spintepels zijn kleine organen die de draden produceren waarmee spinnen een web kunnen weven. Vaak hebben ze wel 6 van deze kleine spintepels.
Poten
Spinnen hebben 8 poten. Hierdoor kun je ze gemakkelijk van insecten onderscheiden, want die hebben slechts 6 poten. Meestal zijn de poten lang en harig. De haartjes op de poten worden gebruikt om geuren, geluiden, trillingen en beweging van de lucht waar te nemen. Veel spinnen kunnen erg snel lopen en sommigen kunnen ook springen.
Chelicera
Aan de voorkant van het kopborstuk vinden we een paar chelicera. Deze klauwachtige uitsteeksels zijn eigenlijk monddelen. Bij spinnen zijn deze chelicera hol van binnen en er zitten gifklieren in (of ze zijn verbonden met gifklieren). De spin gebruikt de chelicera om vergif in hun prooi te spuiten.
Palpen
Spinnen hebben aan de voorzijde van het kopborststuk ook een paar palpen. Bij mannetjes spinnen hebben de uiteinden van deze palpen vaak een aangepaste vorm. Ze gebruiken deze palpen bij de paring.
Ogen
Spinnen hebben een aantal simpele ogen op het kopborststuk. Meestal hebben ze 8 ogen, maar er zijn ook soorten met 6, 4 of 2 ogen. Sommige spinnen hebben zelfs helemaal geen ogen.