Een gedichtje over Jesus en Johannes
Als we dit gedichtje wilden horen zeiden we altijd: "Oma, vertel nog eens van het purperen dropje". We hadden zelf namelijk de ervaring dat dropjes zwart waren.
Eens speelde in de morgen
in het hartje van de mei
’t kindje Jesus en Johannes
tesamen in de wei
De zoete knaapjes vlochten
voor onze lieve vrouw
een wondersierlijk kransje
van bloemetjes wit en blauw
Sint Jan klapte in de handjes
en knikte Jesus toe
en het goddelijk kindje lachte
en dacht toen aan zijn moe
Als het heilig paar al keuvelend
het kransje verder wond
kwam er een smartelijk trekje
ineens om Jesus mond
Want ach een scherpe doorn
verscholen in de blaan
had het goddelijke knaapje
zo bitter zeer gedaan
Het bloed sprong uit een pinkje
van onze lieve heer
Sint Jan bezag het wondje
en kuste het keer op keer
En zie een purperen dropje
van het reine goddelijk bloed
droop op een madeliefje
dat bloeide aan Jesus voet
En sinds die lentemorgen
keert nooit de schone mei
of brengt ook rode blaadjes
in het bloemke van de wei