Oma kende veel gedichtjes en kon die vrij plechtig opdragen. Deze ABC is een gedichtje uit de eerste wereldoorlog.
A is den Aanvang des oorlogs dezer dagen
B is Belgie waar men beleeft droevige dagen
C is de Courant die ons schetst het oorlogsleven
D is Duitsland dat de wereld doet beven
E is Engeland dat Belgie te hulp snelde
F is de Fransman die ook mee trok te velde
G is het Geschut dat alles vernielt
H is de Heldenmoed die een goed soldaat bezielt
I is Italie dat zich onttrok aan de bond
J is Japan dat Duitsland een ultimatum zond
K zijn de Kanonnen met hun moordend lood
L is de stad Luik waar men veel tegenstand bood
M zijn de Mitrailleurs het oorlogstuig van heden
N is Nederland door zijn neutraliteit buiten oorlog gebleven
O zijn Onderzeeërs ofwel de duikende boten
P zijn de Patronen die zoveel worden verschoten
Q zijn Quartetsen die brengen dood en verdriet
R is het Rode Kruis dat flink hulpe biedt
S is Servie dat de oorlog deed verwekken
T zijn de Torpedos die de zeeën doortrekken
U is het Ultimatum het verbrak de vriendschapsband
V is de Vrede begeert van alle kant
W is het Wreedaardige dat men op het slagveld ziet
X is een letter die noem ik maar niet
IJ is IJzendijke die met dichten afbreekt
Z is den Zegen die men van boven afsmeekt